De bevrijding van Noord-Groningen voltrok zich tussen 15 en 21 april 1945. In amper een week wisten de ‘Royal Canadian Dragoons’, een onderdeel van de eerste divisie van het Eerste Canadese leger, het gebied te ontzetten.
Door: Joël Stoppels
e opdracht Oost- en Noord Nederland te bevrijden kwam van Veldmaarschalk Montgomery. Voor de bevrijding van Noord- Nederland werden twee infanteriedivisies en een tankdivisie ingezet. De derde divisie zou Friesland bevrijden, en de tweede zou de aanval op Groningen richten, terwijl tevens een Poolse tankdivisie het oostelijk deel van Groningen vanuit Coevorden-Emden zou bevrijden. Om het geheel te ondersteunen zouden honderden Franse en Belgische parachutisten achter de Duitse linies worden gedropt. Zij moesten strategische punten in bezit nemen.
Nadat de Canadezen weer terug waren gekomen werd Baflo op 18 april bevrijd en ontmoette men op 19 april in Winsum de groep van de tweede divisie, die vanuit Adorp (17 april) en Sauwerd ook naar Winsum was getrokken. In Winsum was door de hevige gevechten de brug De Boog kapot, waardoor een benadering van twee kanten nodig was. Een andere groep trok via Zuidwolde (17 april), Bedum, Onderdendam (20 april) naar Middelstum, Kantens en Usquert (20 april). Toen verliep het vlot. Men trok via Warffum ook naar Usquert en bevrijdde ook op 20 april Uithuizen, Uithuizermeeden en Roodeschool. Hier in de omgeving is weinig of niets gebeurd tijdens de bevrijding. Een ooggetuige vertelde; ,,Ik zag in het weiland een stel moffen rennen, met het geweer in de hand. Maar ze renden niet in de richting van de Canadezen. Ze konden erg hard rennen. Delfzijl viel na een zware strijd op 2 mei, ’s morgens om 7:00 uur, nadat meer dan 120 burgers en honderden militairen waren gesneuveld.