info@battlefieldtours.nu  Bel ons: +31(0)6 36335370

De bevrijding van Noord-Groningen voltrok zich tussen 15 en 21 april 1945. In amper een week wisten de ‘Royal Canadian Dragoons’, een onderdeel van de eerste divisie van het Eerste Canadese leger, het gebied te ontzetten. 

Door: Joël Stoppels

D

e opdracht Oost- en Noord Nederland te bevrijden kwam van Veldmaarschalk Montgomery. Voor de bevrijding van Noord- Nederland werden twee infanteriedivisies en een tankdivisie ingezet. De derde divisie zou Friesland bevrijden, en de tweede zou de aanval op Groningen richten, terwijl tevens een Poolse tankdivisie het oostelijk deel van Groningen vanuit Coevorden-Emden zou bevrijden. Om het geheel te ondersteunen zouden honderden Franse en Belgische parachutisten achter de Duitse linies worden gedropt. Zij moesten strategische punten in bezit nemen.

Canadezen voor het gemeentehuis.In het Noorden kon men snel oprukken. Via Zoutkamp (15 april) kwamen de ‘Royal Canadian Dragoons’, een gedeelte van de eerste divisie, de Provincie  Groningen binnen. Ze trokken via Ulrum, Leens, Eenrum (16 april) en kwamen via Saaxumhuizen naar Den Andel. Ze gingen niet over de vaste weg, maar via de groene Laan binnendoor over een kleiweg naar de oprijlaan van de boerderij van L.R. Bentema. De zware Sherman-tanks vernielden de kleiweg zo, dat de sloten dicht werden gereden. Op de oprijlaan werd halt gehouden en vandaar schoten de tanks richting Warffum. Waarschijnlijk ging men er van uit dat er Duitsers in de Breedenburg zaten. Bekend is er dat er veel Duitsers ‘klem’ zaten en geen kant op konden. Veel kopstukken hadden overhaast de stad Groningen verlaten. 


Hierop trokken de Canadezen zich eerst weer terug richting Eenrum/ Leens. De aanvoerlijn van voedsel/ munitie was namelijk te lang. Veel mensen verkeerden in de waan dat ze bevrijd waren. Onderduikers keerden naar huis terug en anderen waagden zich al op straat. Vanuit Warffum kwam een auto met leden van de ondergrondse. De wagen was geladen met munitie. Men liep bij Breede, vlak na de oprijlaan van de Breedenborg, in een hinderlaag van een groep Duitsers. Die hadden zich verscholen op het ‘zwarte weggetje’ even verder. De wagen kwam in de sloot terecht en de inzittenden vluchtten alle kanten op, klaarblijkelijk bang dat de munitie zou ontploffen.  Hier volgde een wagen met Duitsers, die al schietend van Breede naar Baflo is gereden. De kogels vlogen over de landerijen. 

 

Nadat de Canadezen weer terug waren gekomen werd Baflo op 18 april bevrijd en ontmoette men op 19 april in Winsum de groep van de tweede divisie, die vanuit Adorp (17 april) en Sauwerd ook naar Winsum was getrokken. In Winsum was door de hevige gevechten de brug De Boog kapot, waardoor een benadering van twee kanten nodig was. Een andere groep trok via Zuidwolde (17 april), Bedum, Onderdendam (20 april) naar Middelstum, Kantens en Usquert (20 april). Toen verliep het vlot. Men trok via Warffum ook naar Usquert en bevrijdde ook op 20 april Uithuizen, Uithuizermeeden en Roodeschool. Hier in de omgeving is weinig of niets gebeurd tijdens de bevrijding. Een ooggetuige vertelde; ,,Ik zag in het weiland een stel moffen rennen, met het geweer in de hand. Maar ze renden niet in de richting van de Canadezen. Ze konden erg hard rennen. Delfzijl viel na een zware strijd op 2 mei, ’s morgens om 7:00 uur, nadat meer dan 120 burgers en honderden militairen waren gesneuveld.